Het belang van de bodem – Van ziekten en plagen naar balans

Het belang van de bodem – Van ziekten en plagen naar balans

Diep vanbinnen weten we het best: als je ziek wordt, zijn er altijd onderliggende oorzaken. We worden heel bang gemaakt voor ziekteverwekkers, maar het is een illusie dat we ze kunnen vermijden: de massa van virussen is vier keer zo groot als die van mensen, die van bacteriën zelfs bijna dertienhonderd keer zo groot. Gelukkig leeft verreweg het grootste deel ervan in symbiose met ons. Zelfs bacteriën als de beruchte E. coli zijn een welkome aanvulling op onze darmflora. Elders, of in grotere hoeveelheden, kunnen ze wel gevaarlijk zijn. Daarom is het heel belangrijk om veel diversiteit aan bacteriën bij je te dragen; dan is de kans dat één soort het overneemt veel kleiner. In de bodem is het niet anders.

Zuurstof

Als de structuur verdwijnt, zit er onvoldoende lucht in de bodem om de zuurstofminnende bacteriën in leven te houden. De zuurstofmijdende bacteriën nemen de boel dan over. Deze hebben een heel ander soort stofwisseling, waarbij gifstoffen worden geproduceerd en er voedingsstoffen vrijkomen in de vorm van schadelijke of zelfs giftige gassen. De mycorrhizale schimmels hebben ook zuurstof nodig en kunnen de plant of boom niet meer van voedingsstoffen voorzien en de wortels niet meer tegen aanvallen van worteletende aaltjes, bacteriën of schimmels beschermen.

Wormen

Als er geen grof organisch materiaal op de bodem ligt, zoals boomblaadjes, verdwijnen de wormen. Wormen zijn ongelofelijk belangrijk voor de gezondheid van planten: uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat planten die in bodems groeien die veel wormen bevatten (zeg 25 of 30 wormen per schep), maar liefst 40% minder slakkenvraat hebben.

Alles werkt samen

Het zijn dus de omstandigheden die bepalen hoe gezond een organisme is. Belangrijk om daarbij te onthouden, is dat een organisme nooit alleen staat. Overal is samenwerking te vinden. Jouw lichaam bestaat ook uit biljoenen cellen die met elkaar samenwerken. Stel je voor wat er zou gebeuren als ze allemaal gingen concurreren met elkaar! Er is wel competitie, maar vooral tussen leden van dezelfde soort.

Een gezond ecosysteem bestaat uit vele verschillende soorten organismen, die allemaal andere behoeften hebben. Wat een afvalstof is voor de een, is voedingsstof voor de ander. Zo ontstaat een web van onderlinge afhankelijkheid, waarin elk organisme iets voor een ander betekent.

Diversiteit

Een monocultuur van planten, bomen, dieren of micro-organismen is dan ook zeer kwetsbaar. Er zijn altijd problemen met ziektes en plagen. Denk aan eikenprocessierupsen, bladluizen,  teken, rupsen of slakken. Deze zijn allemaal in toom te houden door de biodiversiteit te verhogen: hoe meer roofdieren er zijn, en hoe groter de diversiteit aan roofdieren, hoe kleiner de kans dat prooidieren een probleem vormen. Sommige rovers roven overdag, andere ’s nachts. Sommige ondergronds, andere bovengronds. Sommige als de zon schijnt, andere met regen. En niet elke rover eet alle soorten prooien.

Relaties

Eigenlijk geldt voor zowel plagen als ziektes hetzelfde: diversiteit is de sleutel. Hoe meer biodiversiteit er is, hoe meer relaties er zijn (en hoe meer verschillende soorten relaties er zijn). Hoe meer relaties er zijn, hoe meer veerkracht. Hoe meer veerkracht, hoe gezonder een organisme of ecosysteem kan zijn. Hoe krijg je meer relaties? Door ervoor te zorgen dat ieder organisme wat te eten en te drinken en de juiste leefomstandigheden heeft. Dus een grote diversiteit aan organisch materiaal, geproduceerd door een grote diversiteit aan planten en bomen en her en der poelen met schoon water en glooiende oevers. Relaties vormen zich wel vanzelf, maar dat kost tijd. En ze zijn heel makkelijk weer verbroken: elke verstoring vernietigt relaties: ploegen, maaien, bladblazen, bestraten. Ook het plaatsen van hekken en schuttingen vernietigt relaties. We zullen de controle los moeten laten en de complexiteit toe moeten laten nemen om gezonde, biodiverse systemen te krijgen. Dat geldt in de stad, in de landbouw, in onze natuurgebieden … overal eigenlijk!

Auteur
Deze publicatie is een onderdeel van de achtdelige serie ‘Het belang van de bodem’ door Marc Siepman.

Marc Siepman zet zich in voor zijn visie; een planeet waarop we ons weer onderling afhankelijk voelen. Waarop alles en iedereen in vrijheid toegang heeft tot gezonde voeding, schoon water, schone lucht en beschutting. Marc Siepman schrijft artikelen, blogs en columns. Ook geeft hij cursussen, lezingen en workshops over de bodem, systeemdenken, permacultuur en economie.