Wadi’s vragen om bomen
Dankzij klimaatverandering krijgen we steeds meer plensbuien. Om het water vast te houden en rioleringen te ontlasten worden wadi’s gemaakt. Deze groene plekken waar water kan wegzakken, lenen zich uitstekend voor de aanplant van bomen.
Zomerse buien waaruit in korte tijd meer dan 50 millimeter regen valt, gaan steeds vaker voorkomen. Volgens de klimaatscenario’s van het KNMI krijgen we gemiddeld meer neerslag dat voornamelijk uit plensbuien valt. Omdat de riolering vaak niet is afgestemd op deze plensbuien en er door gemiddeld hogere temperaturen en droogte tevens gebrek is aan schoon water, wordt hemelwaterafvoer steeds vaker afgekoppeld van het rioolstelsel. Het verwerken van relatief schoon regenwater in rioolzuiveringen is feitelijk onnodig, mits je het gescheiden houdt van afvalwater. Bovendien is het vasthouden van regenwater inmiddels de norm.
Er zijn twee opties om regenwater af te voeren zonder wateroverlast te veroorzaken. Het meest eenvoudig is om oppervlaktewater te gebruiken als tijdelijke berging. Is er geen oppervlaktewater in de buurt, of is er wat meer ruimte voorhanden, dan biedt een wadi de mogelijkheid tijdelijk water te bergen.
Kans voor biodiversiteit
Met de aanleg van een wadi is er een kans de biodiversiteit te vergroten. Belangrijk voor insecten is de bloeiboog – de tijd waarin voedsel te vinden is – zo lang mogelijk te maken met zo veel mogelijk soorten planten. De eerste bloei wordt geleverd door elzen en wilgen. Klimop in bomen kan het bloeiseizoen in november afsluiten. In de zomer helpen niet inheemse soorten als Tetradium en Heptacodium onze inheemse insecten door de drachtarme periode heen. Vreemd? Nee: uit onderzoek is gebleken dat op plaatsen waar niet-invasieve exoten worden gecombineerd met inheemse planten, meer soorten insecten voorkomen. Op die manier voeden we niet alleen de insecten ‘van hier’, maar ook de nieuwkomers die door klimaatverandering vanuit het zuiden hun weg naar onze contreien vinden.
Boomonvriendelijk
Bij het ontwerp van wadi’s is vaak grof zand toegepast, waardoor water eenvoudig wegzakt. Te eenvoudig misschien wel. En dus te snel. Puur zandige ondergrond is daarom ongeschikt voor bomen en groen. Door de groeiplaats te verrijken of door een licht humeuse zandgrond toe te passen blijft de bodem doorlatend, maar zijn bepaalde boomsoorten in staat er wel te groeien. Uit overstromingen van kwekerijen, enkele jaren geleden, bleek dat vooral bomen met vlezige wortels een hekel hebben aan tijdelijk natte voeten. Aralia stierf vrij snel af. Ook Liquidambar voelde zich niet fijn. Sommige esdoorns raakten tijdelijk in herfsttooi, maar werden later in het seizoen toch weer groen. Alle inheemse bomen gaven geen krimp. Nuttige informatie, die aangeeft dat veel bomen ook in de zomer wel een paar dagen onder water kunnen staan. De volgende bomen zijn in staat droogte, maar ook enkele dagen nattigheid te overleven.
- Acer freemanii en saccharinum
- Alnus/li>
- Carpinus
- Nyssa
- Planera
- Platanus
- Populus
- Quercus
- Sorbus
- Ulmus
Struiken die hier passen zijn bijvoorbeeld:
- Cephalanthus
- Corylus
- Frangula alnus
- Ilex verticillata
- Ribus nigrum
- Salix cinerea en aurita
Naast de zanderige wadi’s, zijn ook wadi’s aangelegd op kleiige ondergronden; ze hebben als voordeel dat het water er langzaam in zijgt, waardoor meer water naar diepere aardlagen kan wegzakken. Soms is de doorlatendheid echter zo klein, dat verdichte lagen doorbroken moeten worden. De doorlatendheid is te verbeteren door met een lans onder druk poriën en gangen te maken en deze op te vullen, zodat de doorlatendheid in stand blijft. Het planten van bomen en struiken op deze plek, zoals Juglans nigra en Corylus levert ook nog eens vruchten op. Nyssa groeit niet goed op kleigrond en voor Alnus cordata blijft het te lang nat. En de meeste Nederlandse klei is te basisch voor soorten als Acer rubrum en Quercus palustris. Met dit soort kleine aanpassingen maken we de openbare ruimte een stuk groener.
Over de Auteur
Jaap Smit heeft jarenlang ervaring als boomadviseur, waarbij communicatie, gevarieerd sortiment en klimaatadaptatie de rode lijn vormen. Naast zijn werk als adviseur van overheden en TU-Delft is hij ook de Groene Curator van Trompenburg Tuinen en Arboretum in Rotterdam. Jaap verbindt kennis van sortiment met actueel onderzoek, klimaatverandering, de boomkwekerij-sector en de groene inrichting van de bebouwde omgeving. Hij deelt die kennis graag in artikelen, tijdens lezingen, als gast-docent en in concrete adviezen.